Endegeest en Landje van Bremmer
Terug naar overzichtDit is de meest gevarieerde van de Oegstgeester Ommetjes, U loopt door de belangrijkste winkelstraat van Oegstgeest, langs het voormalig Zendingshuis, rond een oude veenweide en over de buitenplaats Endegeest, tot voor kort onderdeel van GGZ Rivierduinen.
Locatie en route
Wandelknooppunt 16, lengte 3,3 km
De wandeling is niet geschikt voor rolstoelen omdat de paden door het bos van Endegeest nogal zacht zijn en het “pad van Bremmer” door een hek wordt geblokkeerd.
De wandeling voert door de belangrijkste winkelstraat van Oegstgeest waar tijdens winkeluren ook horeca geopend is.
Kasteel Endegeest
Endegeest betekent “op het einde van de geest” dwz daar waar de afgegraven duinen ophouden (en overgaan in veen). Het middeleeuwse kasteel dat daar stond werd voor het eerst vermeld 1305. Dat kasteel werd op last van de stad Leiden voor een groot deel afgebroken om het de Spanjaarden moeilijker te maken toen in 1573 het beleg van Leiden dreigde. Toen het weer bewoonbaar was, werd het verhuurd onder andere aan de Franse filosoof René Descartes.
In 1647 werd het vervangen door een nieuw gebouw, dat er met wat verbouwingen, vooral van raampartijen, nog steeds staat.
Meer weten?
In 2009 gaf de gemeente Oegstgeest een prachtig boekje uit: Beelden in Oegstgeest dat u hier kunt downloaden. Het boek van Jan Dröge Kasteel Endegeest. Een Geschiedenis van het Huis, de Tuin en de Bewoners kwam in 1993 uit in de Leids Historische reeks ten tijde van de laatste restauratie. Het telt 93 bladzijden met vele illustraties en is hier en daar nog wel antiquarisch te verkrijgen.
De Zendingsschool
Deze wandeling voert door het Hendrik Kraemerpark. In dit park, dat een eeuw geleden werd ontworpen door tuinarchitect Copijn, liggen nu een nieuw en een ouder appartementsgebouw. Het oudere gebouw werd in 1917 geopend als Zendingsschool van de Hervormde Kerk.
In de loop van de tijd heeft deze school een belangrijke rol gespeeld in de (bij)scholing van zendelingen en later ook van ontwikkelingswerkers. Vanaf 1971 toen ze fuseerde met een soortgelijke opleiding van de Gereformeerde Kerken werd de naam veranderd in Hendrik Kraemer Instituut. Hendrik Kraemer was een belangrijke taalkundige, godsdienstwetenschapper en zendeling. In 1999 verhuisde het Instituut naar Utrecht en werd de school en het internaat verbouwd tot appartementencomplex. De achterbouw (zie foto) werd gesloopt en daar verscheen een nieuw gebouw.
Pestbosjes op het landje van Bremmer
Een pestbosje, ook wel krengenbosje of koebosje genoemd, is een bosje waar in vroegere tijden koeien werden begraven die gestorven waren aan een besmettelijke ziekte. Deze begraafplaatsen lagen zo ver mogelijk van de boerderij vandaan en werden omgeven door een sloot om verdere zoveel mogelijk te voorkomen. Ook werden er struiken en bomen op geplant om aan te geven dat ze gemeden moesten worden.
Je komt ze alleen nog maar tegen op weilanden waar geen ruilverkavelingen of andere landherinrichting plaatsvond. Dat geldt ook voor het Landje van Bremmer waar sommige sloten zelfs het oude tracé van een getijdenriviertje van meer dan duizend jaar geleden volgen.
Beelden van Endegeest
In de gids “Beelden in Oegstgeest” zijn 13 sculpturen opgenomen die op het landgoed Endegeest staan (blz 18 tot en met 30). Deze collectie van GGZ Rivierduinen werd in de jaren negentig van de vorige eeuw begonnen. Ook door de grootscheepse sloop van overtollige gebouwen en de herinrichting van het landgoed, die thans plaatsvindt is het misschien wat moeilijk ze allemaal te vinden. Op uw wandeling zult u er zeker een aantal tegenkomen.
De belangrijkste Oegstgeestenaar?
Jonkheer Daniel Theodoor Gevers van Endegeest was eigenaar van de buitenplaats vanaf 1838, toen hij deze verkreeg via ruil voor ander onroerend goed met zijn vader. De familie woonde er vanaf 1801, toen zijn vader het had gekocht. In 1815 studeerde Daniel Theodoor op 22 jarige leeftijd in Leiden af als jurist. Het predikaat “jonkheer” kreeg hij via zijn vader in 1827. Een jaar later trouwde hij met Margaretha Johanna Deutz van Assendelft. In deze vier zinnen hebben al heel wat namen van tegenwoordige Oegstgeester straten en instituten de revue gepasseerd. Dat kwam omdat de jonkheer vanaf 1838 een belangrijke rol in het Nederlandse bestuur ging verrichten.
Hij was achtereenvolgens Kamerlid voor de liberale partij, twee keer voorzitter van de Tweede Kamer en minister van Buitenlandse Zaken. Intussen was hij ook nog 18 jaar Voorzitter van de droogmakingscommissie voor de Haarlemmermeer, Hoogheemraad van Rijnland en Curator van de Leidse Universiteit. En vanaf 1850 mocht hij zich Heer van Oegstgeest en Poelgeest noemen omdat hij de heerlijke rechten van deze plaatsen van de gemeente Leiden had gekocht.