Ed de Bruijne overleden
Op 2 december 2019 is Ed de Bruijne, vanaf het eerste begin vrijwilliger bij MEC Oegstgeest op 82 jarige leeftijd overleden.
Hieronder de toespraak die Huub Hendrix, voorzitter van MEC Oegstgeest hield tijdens de afscheidsbijeenkomst op 10 december in de aula van crematorium Rhijnhof in Leiden.
Ed de Bruijne was een van de mensen van de werkgroep Groen van de Lokale Agenda 21. Agenda 21 is een actieplan voor duurzaamheid van de Verenigde Naties dat volgde op de Milieu Conferentie van Rio de Janeiro van 1992. De werkgroep Groen was een groep van Oegstgeestenaren die vanaf het jaar 2000 onder andere aan de wieg stond van wat later het Milieu Educatiecentrum van Oegstgeest zou worden.
In die periode wandelde hij bijna dagelijks door het dorp. Ongetwijfeld om zijn zinnen te verzetten na het overlijden van zijn vrouw Joke. Maar Ed zou Ed niet zijn als hij tegelijk ook niet wat natuurwetenschappelijk onderzoek zou doen. Tijdens deze wandelingen inventariseerde hij de bomen langs de lanen en in de tuinen en parken van Oegstgeest. Hij zette die in een gegevensbestand dat de basis vormde voor een bomenwandeling. Die verscheen in 2003 in de week van Groen Oegstgeest en stond jarenlang op de oude website van het MEC, tot hij op de nieuwe website werd vervangen door de Oegstgeester Ommetjes.
Een ander project waarbij hij in die periode een rol ging spelen was de aanleg van de Vlindertuin bij hem om de hoek aan de Admiraal de Ruyterlaan. Als kenner van planten stelde hij de plantenlijst samen. De tuin werd in 2006 geopend. Inmiddels wordt die Vlindertuin als buurttuin onderhouden door vrijwilligers uit de buurt met wat hulp van de gemeente.
Vanaf 2013 was Ed mijn maat als we in september en juni waterdiertjes gingen vangen en bekijken. Dat deden we met kinderen van de groepen 3 tot en met 7 van de basisscholen van Oegstgeest. Dat onderdeel van het scholenprogramma van het Milieu Educatiecentrum begon in 2008. In totaal heeft Ed daar vanaf het begin daar zo’n 120 keer aan meegedaan. Als we in de sloot langs de Hazenboslaan visten liep Ed daarheen van zijn huis. Voor andere visplekken haalde ik hem op met de auto en kreeg ik meestal het laatste nieuws over de plantjes in zijn tuin te zien en te horen.
Met drie of vier vrijwilligers zetten we onze spullen klaar bij de sloot waar we gingen vissen Op de afgesproken tijd kwam een groep van zo’n 30 kwebbelende scholieren met hun juf of meester en meestal drie of vier ouders aanlopen Na het voorstellen gingen we aan het werk met schepnetten, bakjes en vergrootglazen. Ed werd voorgesteld als onze professor, wat hij natuurlijk ook was, en zat, altijd gekleed in zijn groenbruine jack, achter twee tafeltjes met daarop vergrootglazen en aquariumbakken waarin de leukste vondsten werden gedaan. En er stond ook een binoculair, een soort microscoop, waaronder hij een watervlooi of een watermijt had gelegd die de leerlingen konden bekijken. Hij was de vraagbaak voor de kinderen en ook voor ons als we niet precies wisten wat er was gevangen. En dat deed hij op de manier die we allemaal kennen: met veel kennis van zaken, zonder dat hij daarover pochte, met af en toe een klein grapje en eindeloos geduld.
Ed was geknipt voor die taak en ik denk dat hij er veel plezier aan beleefde. Hij was weer bezig met een van de dingen waarin hij als kind in Vlissingen al interesse had zei hij. Alleen op zijn oppaswoensdag en als de trombosedienst langs kon komen was hij niet beschikbaar en dus probeerde ik zo min mogelijk waterdiertjeslessen op die dagen te programmeren.
Nu kunnen we jammer genoeg op alle dagen van de week waterdiertjeslessen houden, want Ed is er niet meer. Wij zullen zijn kennis en zijn vriendelijke aanwezigheid missen. En de schoolkinderen van Oegstgeest moeten het voortaan doen zonder hun wijze geïnteresseerde natuurleermeester.“