Rhijngeest

Terug naar overzicht

Rhijngeest is een bospark bij het gemeentehuis van Oegstgeest dat wordt beheerd door het Zuid-Hollands Landschap. Ondanks zijn kleine afmetingen is er een grote variatie aan planten, bomen en vogels te bewonderen. Dat komt ook omdat het park zowel zand, klei als veen als ondergrond heeft.

Locatie en route

Wandelknooppunten 16 en 89, lengte 1,4 km

 

 Een paar honderd meter ten noorden van knooppunt 89 aan ligt aan de Endegeesterstraatweg een café.

De buitenplaats Rhijngeest

Rhijngeest is een van de buitenplaatsen die vooral tegen het einde van de Gouden Eeuw rond Leiden ontstonden. Om de Spanjaarden, die rond 1570 Leiden belegerden, te beletten zich dicht bij de stad te verschansen waren gebouwen en bomen tot ver buiten de stad gesloopt. Later werd dit het gebied waar rijkere Leidenaren “speeltuinen” en buitenplaatsen stichtten om vooral in de zomer de stad te ontvluchten. Zo kocht burgemeester Claas van de Meer van Leiden in 1638 het stuk grond met nog enkele opstallen dat uiteindelijk de buitenplaats Rhijngeest werd. De toevoeging “geest” betekent dat tenminste een deel van het land uit zandgrond (afkomstig van oude strandwallen) bestond. Overigens heette de buitenplaats aanvankelijk Overgeest.

In de loop der jaren wisselde Overgeest, later Rhijngeest herhaaldelijk van eigenaar, werd er land bijgekocht en soms verkocht en werd de omgeving een paar keer geheel anders ingericht. In 1996 werd de gemeente Leiden eigenaar en een aantal jaren later werd het huis Rhijngeest het vrouwenpaviljoen van het sanatorium, dat uiteindelijk de Jelgersmakliniek werd. Vanaf 1987 wordt het huis weer particulier bewoond, de gemeente Oegstgeest maakte van de Jelgersmakliniek haar gemeentehuis en het park kwam in beheer van het Zuid-Hollands Landschap.

Funda in 1758 (Advertentie uit de Leydse Courant)

Te koop of te huur een extra vermaakelyke buitenplaats, genaamd Rhyngeest, gelegen onder Oegstgeest aan de Heerenweg, daar de Haagse Postwagen neffens ryd, nabey Leyden; voorzien van een modern logeabel en riant Heerenhuys, Thuynmanshuys, stalling voor zes paarden, orangerie, menagerie, salon, prieëlen, boomgaarden, moestuynen, terrassen, parterres, laanen, visryke vyvers en kommen enz. groot omtrent 2 morgen; nog 3 morgen 5 hond zeer goed weyland met een nieuwe schuur en wooning: nader onderrigting op de plaats.”

Gravure Rhijngeest, 1732

Gravure Rhijngeest, 1732

De Jelgersmakliniek

Vanaf 1999 is hier het gemeentehuis van Oegstgeest  gevestigd. Het gebouw werd in de Zwitserse chaletstijl gebouwd en in 1903 als “sanatorium voor zenuwleiders” in gebruik genomen.  Het voorstel om deze kliniek te bouwen was afkomstig van professor Gerbrandus Jelgersma, de eerste hoogleraar psychiatrie in Leiden.

Prentbriefkaart van Sanatorium Rhijngeest uit 1915, later de Jelgersmakliniek en vanaf 1999 het gemeentehuis van Oegstgeest

Prentbriefkaart van Sanatorium Rhijngeest uit 1915, later de Jelgersmakliniek en vanaf 1999 het gemeentehuis van Oegstgeest

In 1949 werd sanatorium Rhijngeest omgedoopt in Jelgersmakliniek, al gauw “de Jel” in de volksmond. In 1983, er was intussen een nieuwe kliniek gebouwd,  leek het erop dat het gebouw gesloopt werd. Uiteindelijk werd de Jel gerestaureerd en als gemeentehuis in gebruik genomen.  De nieuwe Jelgersmakliniek is gesloten en de gemeente zoekt een andere bestemming voor het gebouw.

Planten, paddestoelen en vogels

Als onderdeel van hun opleiding tot IVN natuurgids deden Kirsten van Bodegom, Mimi Ruygrok en Joop Vlieg in 2007 en 2008 een jaar lang veldwerk in het park Rhijngeest. Ze produceerden een rapport van 178 bladzijden waarin zij onder andere beschrijven en met foto’s laten zien wat zij zoal in het parkje aantroffen. En dat is best veel. Tot 2007 liet de beheerder, het Zuid-Hollands Landschap, het bos verwilderen maar vanaf dat jaar wordt het geleidelijk weer teruggebracht naar zijn oudere staat namelijk een bospark in Engelse landschapsstijl.

Gewone vogelmelk (RG-080503)

Een van de stinsenplanten van Rhijngeest: de gewone vogelmelk

De onderzoekers waren opgetogen over de grote aantallen stinsenplanten en paddenstoelen, en stelden vast dat er ook een grote variatie aan andere planten, bomen, en vogels te bewonderen is.

Terug naar overzicht